Ontbinding of liquidatie
Turboliquidatie is gebaseerd op een normale bedrijfsontbinding c.q. liquidatie BV. Eén van de manieren waarop een vennootschap kan eindigen is door ontbinding. Ontbinding staat ook wel bekend als liquidatie. Er moet dan een ontbindingsbesluit worden genomen door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA). Als er nog mogelijke baten zijn, wordt een zogenaamde vereffenaar benoemd, die deze baten moet gaan vereffenen.
Turboliquidatie
Sinds 1994 is aan artikel 2:19 van het Burgerlijk Wetboek (waarin de ontbinding is geregeld) een vierde lid toegevoegd. Hierin is bepaald dat ontbinding ook mogelijk is als er alleen maar schulden zijn en geen baten. In de volksmond wordt dit “turboliquidatie” genoemd, een term die tot de verbeelding spreekt. In feite komt het er op neer dat een aandeelhoudersbesluit moet worden genomen en dat dit vervolgens met een door de Kamer van Koophandel ontwikkeld formulier moet worden ingestuurd naar het handelsregister en daarmee is de vennootschap naar de “vennootschapshemel”.
Huidige regeling minder voor schuldeisers
Voor ondernemers die beschikken over een vennootschap met (louter) schulden is dit een aantrekkelijk middel om afscheid te nemen van die vennootschap(pen). Voor schuldeisers is dit uiteraard een bittere pil. Die worden nu immers niet actief geïnformeerd en komen er vaak pas later achter dat een vennootschap niet meer bestaat. Niet voor niets bestaat er sinds de invoering van de regeling omtrent turboliquidatie veel discussie over het misbruikgevoelige karakter hiervan. Het risico bestaat immers dat vennootschappen eerst vakkundig worden leeggetrokken. Waarna vervolgens via turboliquidatie de stekker eruit wordt getrokken en de schuldeisers met lege handen achterblijven. En niemand die dit vervolgens controleert en onderzoekt of alles volgens de regels van de kunst is gebeurd (zoals bij een faillissement wel het geval is).
Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie
Op 28 juni 2021 is de Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie als wetsvoorstel gelanceerd. Diverse partijen (brancheverenigingen, juristen, banken, et cetera) hebben reeds hun visie gegeven op het wetsvoorstel.
Eén van de voorgestelde nieuwe elementen aan de regeling zal zijn dat het bestuur van de opgeheven rechtspersoon zal worden verplicht om binnen tien dagen na de ontbinding een slotbalans, de jaarrekening(en), een uitdelingslijst (als er iets uitgedeeld is) of een verklaring waarom er juist niet kon worden uitgedeeld (baten ontbreken, waardoor schuldeisers onbetaald blijven) te deponeren. Van deze deponering moeten de aan de organisatie bekende schuldeisers op de hoogte worden gesteld. Niet naleving van deze verplichting(en) vormt een economisch delict (en wordt dus strafbaar gesteld). Bovendien kan het Openbaar Ministerie er in voorkomende gevallen voor kiezen om bij niet-naleving een civielrechtelijk bestuursverbod te vorderen.
Verantwoordingsplicht
De verantwoordingsplicht (en de verplichting om actief schuldeisers hierover te informeren) is dus een belangrijk aspect van het wetsvoorstel. Een en ander komt de transparantie zeker ten goede. Het doel van het wetsvoorstel is, volgens de regering, “om het vertrouwen in de regeling te vergroten en de turboliquidatie op die manier een toegankelijker instrument te maken voor ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen”. Dat zijn mooie woorden, maar in feite gaat het natuurlijk om het bestrijden van mogelijk misbruik. Ik zeg bewust “mogelijk misbruik” omdat in mijn beleving van misbruik zeker niet veelvuldig sprake is, in ieder geval niet in onze praktijk. Er zullen heus wel ondernemers zijn die misbruik maken van de regeling, maar de vraag is natuurlijk wanneer “gebruik” van kleur verschiet naar “misbruik”. Gedupeerde schuldeisers zullen bij turboliquidatie al snel roepen dat sprake is van misbruik. Concrete onderbouwing van de omvang en (door de regering gestelde) toename van misbruik ontbreken bij het wetsvoorstel.
Kanttekeningen wetvoorstel turboliquidatie
De timing van het wetsvoorstel is bijzonder te noemen, zo concluderen sommige critici. In 2020 en 2021 is veel overheidssteun verleend aan ondernemers vanwege de COVID-19 maatregelen. De vrees bestaat kennelijk dat de overheid veel geld aan terugbetaling daarvan zal mislopen als de huidige regeling gehandhaafd blijft (en dat bedrijven massaal hun toevlucht zullen kiezen tot turboliquidatie). Persoonlijk denk ik dat dit wel zal meevallen. Een ander kritiekpunt op het wetsvoorstel is dat dit veel administratieve rompslomp met zich zal meebrengen. Het middel van (turbo)liquidatie zal daarmee juist onaantrekkelijker gemaakt worden (in plaats van aantrekkelijker, althans toegankelijker). Een andere zorg is of er wel voldoende capaciteit is (en dus: geld wordt vrijgemaakt) om de regeling in de toekomst te handhaven.
Tijdelijk of structureel?
Het gaat, zoals de naam al zegt, om een tijdelijke maatregel waarbij in principe na twee jaar zal worden geëvalueerd. In het wetsvoorstel is echter de mogelijkheid al ingebakken om de maatregelen mogelijk te verlengen, zodat de maatregelen een meer structureel karakter krijgen. De praktijk zal uitwijzen of dat wenselijk en werkbaar is.
Geef een reactie